Wet natuurbescherming
Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet richt zich op gebiedsbescherming (voorheen Natuurbeschermingswet 1998), soortenbescherming (voorheen Flora- en Faunawet) en houtopstanden (voorheen Boswet). Provincies zijn bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming. Het doel van de wet is drieledig:
- bescherming van de biodiversiteit in Nederland;
- decentralisatie van verantwoordelijkheden;
- vereenvoudigen van regels.
Gebiedsbescherming
Binnen de gebiedsbescherming van de Wet natuurbescherming is de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald naar een nationale regelgeving. Het onderdeel gebiedsbescherming regelt de bescherming van Natura 2000-gebieden. Provincies kunnen gebieden toevoegen in hun provinciaal beleid door deze aan te wijzen als bijzonder provinciaal natuurgebied of -landschap. Deze gebieden maken deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen Ecologische Hoofdstructuur).
Voor de gebiedsbescherming kunnen voor bestemmingsplannen, activiteiten en projecten passende beoordelingen noodzakelijk zijn in het kader van de Wet natuurbescherming. Dit is aan de orde wanneer door activiteiten, projecten en het bestemmingsplan mogelijk negatieve effecten op aangewezen gebieden kunnen optreden. Een belangrijk aspect binnen de gebiedsbescherming is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Hierbij dient de stikstofdepositie van een activiteit of project op beschermde natuurgebieden (Natura 2000 en provinciaal) in beeld gebracht te worden.
Meer informatie over onze werkzaamheden met betrekking tot gebiedsbescherming kunt u hier vinden.
Soortenbescherming
Binnen de soortenbescherming van de Wet natuurbescherming zijn verbodsbepalingen opgenomen voor activiteiten die schadelijk zijn voor beschermde dier- en plantsoorten. Zo is het verstoren van beschermde soorten zonder vooraf goed onderzoek te doen naar deze soorten strafbaar.
Voor de soortenbescherming kunnen voor bestemmingsplannen, activiteiten en projecten passende beoordelingen en onderzoek noodzakelijk zijn in het kader van de Wet natuurbescherming. Dit is aan de orde wanneer deze activiteiten, projecten en bestemmingsplannen mogelijk negatieve effecten hebben op beschermde soorten en verbodsbepalingen overtreden worden.
Meer informatie over onze werkzaamheden met betrekking tot soortenbescherming kunt u hier vinden.
Houtopstanden
Binnen de houtopstanden van de Wet natuurbescherming geldt een meld- en herplantingsplicht. Hetzelfde areaal aan houtopstand dient behouden te blijven. Herplantplicht vervalt indien een houtopstand geveld dient te worden in verband met realisatie van een Natura 2000 doelstelling.
Meer informatie over onze werkzaamheden met betrekking tot houtopstanden kunt u hier vinden.
Ervaren adviseur vergunningen Wet natuurbescherming
Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de natuur geldt een vergunningplicht of is het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk. De Roever Omgevingsadvies heeft specialisten in dienst op het gebied van de Wet natuurbescherming. Zij kunnen uw gewenste activiteiten of projecten toetsen aan de wetgeving en adviesrapporten opstellen. Meerdere adviseurs hebben ervaring met het afhandelen van aanvragen op grond van de Wet natuurbescherming.
Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Norma van den Wijngaard, telefonisch via 073 594 10 11, of per e-mail: n.vd.wijngaard@deroever.nl.